Kwaadwillig opzet is geen vereiste om te spreken over ouderenmis(be)handeling. Er is sprake van kwaad opzet indien de pleger 'bewust' een handeling doet die schade tot gevolg heeft (vb.: een kind maakt misbruik van de volmacht van de oudere).
Wanneer kwaadwillig opzet in het spel is ...
Bij ouderenmis(be)handeling is er steeds sprake van een afhankelijkheidsrelatie tussen slachtoffer en pleger. Deze afhankelijkheid kan zich situeren op economisch, lichamelijk, psychisch en sociaal vlak. Er wordt gesteld dat hoe groter de afhankelijkheid is, hoe groter het risico op mis(be)handeling is.
Deze afhankelijkheid kan een voedingsbodem zijn voor het ontstaan van machtsgebruik en machtsmisbruik.
Indien macht met negatieve intenties wordt aangewend, is er sprake van mis(be)handeling met kwaad opzet. De mis(be)handeling is in dit geval intentioneel. De pleger is zich hierbij heel bewust van de schade die het misbruik met zich meebrengt.
Er kan misbruik gemaakt worden van een situatie, macht, vertrouwen, iemands goedheid, naïviteit, recht, … .
Sprekende voorbeelden hiervan zijn onder meer financiële mis(be)handeling (vb.: misbruik maken van een volmacht op een rekening van een oudere), schending van rechten (vb.: een oudere isoleren, brieven van oudere lezen, ...) en seksuele mis(be)handeling.