Als de oudere minder mobiel wordt of meer hulp nodig heeft bij dagelijkse handelingen, wordt hij afhankelijk van derden.
Voorbeeld: De oudere heeft hulp nodig om zich te verplaatsen, om te gaan winkelen en om het huis te onderhouden. Iemand van de familie doet dit voor de oudere, maar dit gaat gepaard met het onder druk zetten voor geld, schelden, ... . De oudere die deze hulp nodig heeft, kan hier niet steeds tegenin gaan.